CIJFERS OVER TRANSGENDERS
Hoeveel transgender personen er in Nederland zijn is niet exact vast te stellen. De minimum aantallen van verschillende groepen op basis van onderzoek en berekeningen geven een indicatie. Dit betreft cijfers op het totaal van de Nederlandse bevolking.
In 2012 publiceerde de Rutgers WPF, percentages van mensen met een incongruente genderidentiteit (1%) en een ambivalente genderidentiteit (4%). In betreffende percentages tellen transgender personen die na een geslachtverandering, medisch of niet, geen ambivalentie of incongruentie tussen lichaam en genderidentiteit meer ervaren dus niet mee.
INCONGRUENTE GENDERIDENTITEIT[1]
167.000
AMBIVALENTE GENDERIDENTITEIT[2]
668.000
Het Rutgers WPF onderzoek komt ook met cijfers van mensen met een ambivalente of incongruente genderidentiteit die een medische behandelwens hebben. Er kan van uit worden gegaan dat een deel van hen transseksueel is, maar dat de behandelwens bij het grootste aantal niet een geslachtsoperatie betreft.
MEDISCHE BEHANDELWENS
104.370
In 2007 publiceerden de onderzoekers Lynn Conway en Femke Olyslager berekeningen van de prevalentie van transseksualiteit. Zij berekenden de prevalentie onder mannen en vrouwen, daarbij uitgaande van het geslacht bij geboorte. Zij kwamen tot minimaal 1 op de 2000 personen die als man naar vrouw transseksueel gelden en 1 op de 4000 personen die als vrouw naar man transseksueel gelden. Dit betreft in principe dus niet transgender personen die zich als man noch als vrouw identificeren of als beide en vanuit die ervaring het geslacht ooit aan zullen laten passen. Het gaat dus echter wel deels om mensen die of nog niet weten dat zij transseksueel zijn of daar nog niet mee naar buiten zijn getreden.
TRANSSEKSUALITEIT
6.270
Kijken we naar travestie dan levert het Rutgers WPF onderzoek uit 2006 weer percentages op. Van de mannen doet 2,8% aan travestie en 0,1% van de vrouwen. Omdat dit voor een deel een bezigheid betreft en er mogelijk niet altijd sprake is van een incongruente of ambivalente genderidentiteit bij travestie gebruiken we hier om de totalen te berekenen de bevolking boven de 20 jaar. Vrouwen die aan travestie doen maken van het totaal aantal mensen dat travestie doet maar 3,4% uit.
TRAVESTIE
185.500
Cijfers enkel over personen die zich als man noch als vrouw identificeren of als beide zijn er helaas niet.
Op basis van Conway en Olyslager’s berekeningen en de sekseverhoudingen in de percentages van Rutgers WPF valt te concluderen dat minimaal ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking onder het spectrum van de transgender paraplu valt.
TRANSGENDER
390.000
Helaas valt dus niet exact vast te stellen hoeveel transgender personen in Nederland leven. De minima die u hier vindt zijn in elk geval een indicatie dat het om een aanzienlijke groep mensen gaat.
[1] Incongruente genderidentiteit: sterkere psychologische identificatie met het andere geslacht dan het geboortegeslacht
[2] Ambivalente genderidentiteit: gelijke psychologische identificatie met het andere geslacht en het geboortegeslacht